Lessen van Ruimte voor de Rivier

Gepubliceerd 11 mei 2021

Logo mindergrondrisico         ARTIKEL

Ervaringen uit het programma Ruimte voor de Rivier vormen een aanleiding voor deze website. Hieronder vind je een samenvatting van deze ervaringen. Rijkswaterstaat en de betrokken marktpartijen die naar voren zijn geschoven door brancheorganisaties Bouwend Nederland en Vereniging van Waterbouwers, hebben uitgesproken dat ze vol ambities zitten om samen te werken aan verdere verbetering, zodat de risico’s in projecten nog beter worden beheerst waarmee ook de duurzaamheid van projecten verder wordt verbeterd.

Ambities na Ruimte voor de Rivier

Het programma Ruimte voor de Rivier heeft er in de periode 2007-2019 voor gezorgd dat verschillende maatregelen zijn getroffen waarmee de veiligheid tegen overstromingen is vergroot. Daarnaast hebben de maatregelen een bijdrage geleverd aan de verbetering van ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied.

Een groot aantal overheidspartijen hebben het programma samen uitgevoerd. De samenhang is bewaard door het Programmabureau Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat. Het Kenniscluster Grond heeft twee evaluaties uitgevoerd van risico’s bij grondverzet. De rapportages hiervan kun je downloaden.

  1. Evaluatie fase 1: een evaluatie van kosten- en risicobeheersing (2013) (pdf, 1 MB)
  2. Evaluatie fase 2: Kosten- en risicobeheersing: lessons learned (2016) (pdf, 2.2 MB)

Aanleiding

Tijdens de uitvoering van projecten in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier is het volgende geconstateerd.

Het optreden van grondgerelateerde risico’s:

  • leidt tot wrijving tussen opdrachtgever en opdrachtgever. Het vraagt veel inspanning van beide partijen en zet een goede samenwerking en gezond verdienmodel onder druk;
  • leidt automatisch tot minder duurzame projecten. Gevolgen zijn vaak veel meer grondtransport, inefficient gebruik van schone delfstoffen en onnodige handelingen met grond.

De kans op het optreden van grondgerelateerde risico’s kan worden beperkt:

  • met een betere planfase en projectvoorbereiding en risicogestuurd onderzoek;
  • door volledigheid en juistheid van beschikbare bodeminformatie expliciet te bespreken en de in de aanbesteding beschikbaar gestelde bodemdata goed te doorgronden;
  • door bodemdata beter geordend ter beschikking te stellen en te duiden zodat inschatting van risico’s minder tijdrovend is;
  • door gebruik te maken van kennis van de markt, en samen op te trekken bij het beheersen van risico’s (om kans op optreden en eventuele gevolgen te beperken).

De gevolgen van grondgerelateerde risico’s kunnen effectief worden beheerst:

  • met een goede samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer;
  • door transparantie over risico’s bij beide partijen en zakelijk/transparant omgaan met risico’s. Dit draagt bij aan een eerlijke markt, en beperkt concurrentievervalsing en ongewenst opportunisme;
  • door inschrijvers (dus potentiële opdrachtnemers) uit te dagen om al in de aanbestedingsfase te laten zien dat het beheersen van risico’s in hun werkwijze wordt geïntegreerd. Dit vraagt om goede en specifieke BPKV-uitvragen;
  • door dialoog over een grondstromenvisie in de aanbestedingsfase en deze gezamenlijk vast te stellen als referentie bij het optreden van afwijkingen in de uitvoeringsfase;
  • door ervaring met beheersing van grondrisico’s als een van de uitgangspunten te nemen bij eventuele preselectie en gunning.

Ambities

Zowel Rijkswaterstaat als de betrokken partijen die de brancheorganisaties vertegenwoordigen onderschrijven de volgende gezamenlijke ambities:

  • Opdrachtgever en opdrachtnemer dragen samen zorg voor een beheerste, efficiënte uitvoering van het project waarin grondverzet een belangrijk onderdeel is:
  • We werken zakelijk en effectief samen.
  • We blijven in het traject wendbaar en flexibel.
  • We benutten elkaars vakmanschap.
  • We beheersen (grondgerelateerde) risico’s op basis van ‘best for project’ en waar mogelijk tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.
  • We starten met beheersing van grondrisico’s in de planfase en betrekken de markt in een vroeg stadium via dialoog.
  • We (er)kennen elkaars belangen en risico’s en handelen hier naar. We streven naar een gezond verdienmodel voor de markt. Toedeling van risico’s aan opdrachtnemer is bespreekbaar wanneer dit bijdraagt aan ‘best for project’, echter altijd zorgvuldig en proportioneel. Opdrachtnemer dient het optreden van het risico het beste te kunnen voorzien en overzien. Het verdienmodel dient niet te worden ondermijnd door een onlogische risicoverdeling. De verantwoordelijkheidsverdeling voor risico’s dient op basis van objectieve criteria te worden bepaald. De referentiesituatie met betrekking tot grondkwaliteit dient vooraf goed en eenduidig te worden vastgesteld.
  • Door in te zetten op effectieve beheersing van risico’s kan de marktwerking worden verbeterd. Risico’s zijn immers beter in beeld gebracht en expliciet gemaakt als de markt daarbij eerder wordt ingeschakeld. Met het verbeteren van risicobeheer kan vakmanschap, innovatie en ondernemerschap worden gestimuleerd.
  • Het verzamelen van bodeminformatie gebeurt zorgvuldig, proportioneel en risicogestuurd. Het verzamelen is niet alleen gericht op het belang van de opdrachtgever, maar ook op de behoefte van opdrachtnemer. In geval van onzekerheden worden deze bespreekbaar gemaakt en wordt de referentiesituatie zoveel mogelijk gezamenlijk vastgesteld.
  • Opdrachtgevers verstrekken de benodigde informatie voor het maken van een prijs zonder dat dit speculatie oproept. Daar staat tegenover dat van inschrijvers wordt verwacht dat zij melding maken wanneer meer informatie benodigd is en als gebreken in data een beheerste uitvoering in de weg kunnen staan. Daarnaast moet er een juiste uitvraag komen die inschrijvers prikkelt om hun kennen en kunnen te tonen.