Afstemming met bevoegd gezag

Gepubliceerd 3 mei 2021

Logo mindergrondrisico         ARTIKEL

Elk project krijgt voor meerdere aspecten met regelingen te maken waarvoor een bevoegd gezag aangewezen is. Een goede relatie met medewerkers van dit bevoegd gezag en periodieke afstemming over lopende en komende zaken blijkt in de praktijk een belangrijke succesfactor.

Introductie

Het bevoegd gezag geeft onder meer vergunningen, ontvangt en reageert indien nodig op meldingen en verricht handhavingsacties zoals het geven van lasten onder dwangsom of bestuursdwang.

Het niet of te laat verkrijgen van een benodigd besluit of het ondervinden van handhavingsacties zijn omstandigheden die tijd-, geld- of reputatieschade kunnen opleveren. Tijdige onderkenning van eventuele problemen of opvattingen van het bevoegd gezag daarover is voor een project van groot belang.

Projecten behoeven vrijwel altijd medewerking van verschillende instanties (bevoegd gezag) bij een veelheid aan items die natuurlijk verder gaan dan alleen grondverzet. Vaak betreft het verschillende afdelingen van een instantie. Het komt regelmatig voor dat besluiten, opvattingen of voorschriften van dergelijke instanties niet of niet geheel op elkaar aansluiten of op een ongelegen moment in een projectfase naar voren komen. Dergelijke problemen doen zich ook voor bij het aspect grond.

Coördinatie van besluiten

In bepaalde gevallen is het mogelijk dat een enkel bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de coördinatie van te nemen besluiten. Voorwaarde is dat het een project betreft ter uitvoering van een tracébesluit of sprake is van een projectplan Waterwet ten aanzien van primaire waterkeringen, ontgrondingenwetvergunning of gemeentelijk, provinciaal of nationaal ruimtelijk beleid.

Onder de Omgevingswet ingaande per 1 januari 2021 kan ook gebruik worden gemaakt van een coördinatieregeling. Deze wordt opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en zal naar verwachting afwijken van de in die wet opgenomen regeling.

Coördinatie in projecten Ruimte voor de Rivier

Bij de Ruimte voor de Rivier projecten is breed toepassing gegeven aan coördinatieregelingen op grond van de Wet ruimtelijke ordening ter uitvoering van vooral provinciaal of nationaal ruimtelijk beleid.

Provincie of Rijk coördineerden de vergunningverlening of het nemen van andere besluiten. Zij brachten op structurele wijze vergunningverleners en besluitnemers bij elkaar nadat samenwerkingsovereenkomsten waren afgesloten tussen de verschillende instanties (bevoegd gezag). Het coördinerend bestuursorgaan faciliteerde organisatorisch en juridisch de andere betrokken instanties (bevoegd gezag) bij hun besluitvorming en zorgde tevens voor gelijktijdig ter inzage leggen van ontwerp- en definitieve besluiten. Ook in beroep werd de besluiten gecoördineerd en centraal verweer gevoerd. Ook bij onduidelijkheden over toepassing van de regels van het Besluit bodemkwaliteit vond zo nodig afstemming plaats.

De centrale facilitering en coördinatie zorgde voor gelijktijdige informatieverstrekking tussen enerzijds samenwerkende instanties (bevoegd gezag) en anderzijds het project (opdrachtgever en opdrachtnemer).

Voordelen van periodieke afstemming

Een dergelijke samenwerkingsvorm tussen bestuursorganen en de Ruimte voor de Rivier projecten heeft zijn vruchten afgeworpen, alleen al doordat miscommunicatie in het algemeen werd voorkomen.

De coördinatie had eveneens betrekking op de uitvoeringsfase waarbij afstemming tussen handhavers van verschillende bestuursorganen ontstond. Verrassingen voor zowel het project als de handhavers werden voorkomen.

Voor projecten zal vooroverleg met instanties (bevoegd gezag) over besluiten en voornemens altijd benodigd blijven. Een samenwerkingsvorm door coördinatie van de besluitvorming, zoals gerealiseerd bij Ruimte voor de Rivier, biedt extra kansen.

Het structureel bijeenkomen van de betrokken bestuursorganen met het project biedt kansen tot duidelijke afstemming en planning en afstemming van handelen tussen bestuursorganen ten aanzien van het project.

Ook besluitvorming over vraagstukken met betrekking tot grond kan worden afgestemd in situaties waarin de coördinatie wordt georganiseerd.

In een vroeg stadium van het project, kan het nog mogelijk zijn het samenwerken van bestuursorganen via deze coördinatie te organiseren of daarop aan te dringen. Het project profiteert er van. Periodieke afstemming heeft, naast genoemde coördinatie, ook nog andere functies:

  • De verstandhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer met vergunningverleners en handhavers wordt verbeterd. Mensen leren elkaar goed kennen waardoor misinterpretaties worden beperkt.
  • Vergunningverleners en handhavers leren het project beter kennen en krijgen meer begrip voor de belangen van opdrachtgever en opdrachtnemer.
  • Zaken kunnen alvast worden voorbereid zodat deze sneller kunnen worden afgehandeld in geval van afwijkingen.
  • Verschillen in interpretatie van wet- en regelgeving komen eerder aan het licht. Voorbeelden zijn:
  • De regels in het Besluit bodemkwaliteit over het op en nabij toepassen van vrijkomende materialen.
  • Het toepassen van vrijkomende grond in grootschalige bodemtoepassingen.
  • Het van toepassing zijnde wettelijk kader als de plaats waarop grond wordt toegepast tijdelijk van waterbodem naar landbodem gaat (met scherpere hergebruiksnormen) en daarna weer waterbodem wordt bijvoorbeeld na het doorsteken van een oude dijk.

Meer informatie:

De succesvolle aanpak bij Ruimte voor de Rivier – waaronder de coördinatie van besluitvorming – is geëvalueerd door de Universiteit van Utrecht:
Juridisch-bestuurlijke evaluatie Ruimte voor de Rivier, 24 april 2018. (pdf, 2.2 MB)